Inleiding: Infraroodthermografie maakt de detectie mogelijk van infraroodstraling die op betrouwbare wijze in verband kan worden gebracht met de huidtemperatuur. Moderne draagbare thermografieapparaten zijn gebruikt om de locatie van huidperforatoren vast te stellen door subtiele verschillen in huidtemperatuur te detecteren. Het doel van deze studie is een systematische beoordeling van de diagnostische nauwkeurigheid om de specificiteit en gevoeligheid van infraroodthermografie te bepalen.
Materialen en methoden: Een PRISMA-conforme systematische review en meta-analyse werd uitgevoerd, waarbij PUBMED en EMBASE databases werden onderzocht op diagnostische studies die de nauwkeurigheid van infraroodthermografie voor perforatoridentificatie meten. De screening, beoordeling en gegevensverzameling van artikelen werd parallel uitgevoerd door twee onafhankelijke auteurs. In aanmerking komende studies werden onderworpen aan een formele beoordeling van het risico van vertekening met behulp van het QUADAS2-instrument.
Resultaten: In totaal werden 254 inzendingen verkregen, waarvan er 7 voldeden aan onze vooraf vastgestelde inclusiecriteria. Deze studies rapporteerden in totaal 435 perforatoren bij 133 personen. De meest onderzochte locaties waren de antero-laterale dij en de buikwand. Gerapporteerde gevoeligheidswaarden varieerden van 73,7% tot 100%. Een meta-analyse toonde een cumulatieve gevoeligheid van 95%. De specificiteit werd niet routinematig gerapporteerd. Alle studies vertoonden een matig tot hoog risico van bias volgens QUADAS2.
Discussie: Betaalbare infrarood thermografieapparaten zijn een interessant alternatief voor traditionele preoperatieve onderzoeken voor het in kaart brengen van de perforatoren. Ze zijn gevoelig genoeg om een groot deel van de perforatoren betrouwbaar te identificeren als “hot-spots”. Er is echter beperkt bewijs om de specificiteit van deze technologie in te schatten, aangezien studies geen echte negatieve waarden hebben gerapporteerd in verband met “cold-spots”.